Zwaartekracht nader bekeken.
Eén van de meest fundamentele zaken in de Astronomie is de Zwaartekracht; alle materie heeft eigen zwaartekracht waarmee het alle andere materie naar zich toe probeert te trekken. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld manen om planeten draaien en planeten om sterren. De evolutie van de sterren zelf wordt bepaald door de hoeveelheid materie die ze bevatten, en daarmee hun eigen zwaartekracht. Sterren vormen middels hun zwaartekracht sterrenstelsels en sterrenstelsels vormen weer clusters. Uiteindelijk wordt de evolutie van het Heelal mede bepaald door de hoeveelheid materie die er zich in bevindt en dus de totale zwaartekracht in het Heelal.
De lezing geeft een overzicht van het onderzoek naar de zwaartekracht en de huidige stand van kennis. Tevens worden enkele proefjes en computersimulaties uitgevoerd.
De Astronomische Aarde.
In deze lezing komen verschillende aspecten van de Aarde aan bod die worden bepaald door de plaats van de Aarde in ons zonnestelsel. Denk daarbij aan getijden, veroorzaakt door Maan en Zon; het aardmagnetisch veld dat ons beschermt tegen al te energierijke straling van de zon; de seizoenen ten gevolge van de schuine stand van de Aard-as; de instraling van de Zon, warmtebalans en broeikaseffect, bepalend voor het weer en klimaat.
Mercurius, Venus, Aarde en Mars.
De kleine, aardachtige binnenplaneten van ons zonnestelsel worden vergeleken. Wat maakt de Aarde zo anders dan bijvoorbeeld Venus of Mars? Waarom lijkt Mercurius zoveel op onze Maan? Waarom is het oppervlak van Venus droog en heet en waarom is Mars nu zo koud en droog, maar in het verre verleden misschien veel natter en warmer? Wat was (en is) de rol van de Zon? Is de afstand tot de Zon het belangrijkste verschil? Kunnen wij lering trekken uit de geschiedenis van de klimaten op Venus en Mars voor wat op Aarde gebeurt, in het verleden, nu en in de toekomst? Allemaal vragen die aan bod komen in deze lezing over de aardachtige planeten van ons zonnestelsel, waarvan wijzelf tenslotte ook een onderdeel zijn!
De Afstandsladder in de Astronomie.
Het Heelal is groot. Het is niet te bevatten hoe verbijsterend groot het wel niet is. Dat neemt niet weg dat wij toch kunnen trachten om, met de middelen die ons ter beschikking staan, ons een beeld te vormen van de grootte van het heelal en de afstanden tot diverse objecten erin. In de loop der tijden zijn voor het bepalen van die afstanden verschillende methoden ontwikkeld. De afstanden in onze persoonlijke nabijheid zijn nog wel direct te meten met een maatlat. Als de afstanden groter worden, dan gebruiken wij indirecte bepalingen die steunen op de eerdere directe metingen. De verschillende soorten afstandsbepalingen worden aan elkaar gekoppeld en zo ontstaat wat men noemt de "Afstandsladder", waarin iedere hogere sport afhankelijk is van de bepalingen die gedaan zijn op de voorgaande. De lezing behandelt de diverse sporten van de Afstandsladder om zo tot een beeld te komen van hoe in de sterrenkunde afstanden worden bepaald.
Planeten bij andere Sterren.
Eén van de grote, nog nimmer beantwoorde vragen over de natuur is of wij uniek zijn... Niet alleen wij als mens, maar ook "wij" als leven, hier op Aarde. Er wordt al intensief onderzoek gedaan naar mogelijk leven op de andere planeten en manen binnen ons eigen zonnestelsel. Maar buiten ons zonnestelsel? Op planeten (en misschien manen) die om andere sterren draaien? Het zou niet onmogelijk zijn, gezien de bijkans ontelbare aantallen sterren, niet alleen in onze eigen Melkweg, maar ook verder in het heelal. Hier gaan we in op het onderzoek naar en de huidige stand van het onderzoek naar planeten bij andere sterren. Honderden zijn er inmiddels gevonden, maar zijn het goede kandidaten om daar leven aan te kunnen treffen? En hoe tonen we leven aan op een planeet rond een ver verwijderde ster? Dat zijn de onderwerpen, die aan bod komen tijdens deze lezing!
Supernova's en Ander Kosmisch Geweld.
Onze Zon is een stabiele, relatief lichte ster, die nog zo'n 5 miljard jaar te gaan heeft voordat zijn brandstof is opgebruikt. Dan zal hij korte tijd opzwellen tot een rode reus, en eindigen als een kleine witte dwergster. Heel zware sterren komen veel spectaculairder aan hun einde, met hevige explosies waarbij een groot deel van hun massa het heelal wordt ingeslingerd. Deze gasmassa's blijven vaak nog tienduizenden jaren zichtbaar. De resten van de ster storten ineen tot een neutronenster of een zwart gat.